- Plan Dallandschap Oude Riet
- Houtsingelhoofdstructuur Zuidelijk Westerkwartier
- Landschappelijk raamwerk Westerkwartier
- LOP Noord-Groningen
- Samen naar een Mooi Westerkwartier
- Visie Middag-Humsterland
Het rehabiliteren van het beekdal van de Oude Riet als het hart van het Westerkwartier
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- In de eerste plaats is dit plan vanuit meerdere geledingen in het Westerkwartier geschreven vanuit de vaste overtuiging dat het beekdal van de voormalige veen- en getijdenrivier de Oude Riet in geheel Westerkwartier rehabilitatie verdient. Dit in zowel Cultuurhistorisch als in Landschappelijk opzicht.
- Het tweede uitgangspunt is dat de rivier de Oude Riet als uitvalsbasis heeft gediend bij de vestiging van de bevolking in het Westerkwartier. Vanuit de Oude Riet hebben de vroegste ontginningen in zowel zuidelijke als noordelijke richting plaatsgevonden. De Oude Riet is de bakermat en het symbool van de civilisatie in het Westerkwartier.
- De Oude Riet kan een centrale rol spelen in de symboliek rond de vorming van nieuwe gemeente Westerkwartier per 1 januari 2019.
- In dit plan wordt aangegeven hoe de uitgangspunten zijn ingevlochten in de huidige Beleidsdoelen van Waterschap, betrokken Gemeenten, Staatsbosbeheer en Provincie en stad Groningen.
- Het beleidsstuk geeft een gebiedsomschrijving van de Oude Riet.
- De visie luidt: ‘Het beekdal van de Oude Riet heeft recht op een unieke status.
- Visie & Realiteit resulteren in een zestal heldere streefdoelen:
1. Een blijvende waarneembaarheid van het Dallandschap Oude Riet in het WK
2. Het zichtbaar maken van de vele Cultuurhistorische parels rondom de Oude Riet
3. Aansluiten op de bestaande recreatief – toeristische netwerken
4. Aansluiten op o.a. projecten als ‘Groeningen’, de Onlanden, Middag-Humsterland
5. Het uitgeven van de cultuurtoeristische Canon van het Westerkwartier
6. Aansluiten op de regionale recreatie- & producten economie - Het Plan Oude Rietdal kan door haar grensverleggend beleid op enkel het beleidsterrein van Recreatie & Toerisme, gekoppeld aan Landschaps- & Cultuurhistorie, synchroon worden toegepast op een aantal simultane landschapsontwikkelingen in het Westerkwartier en rondom de stad Groningen: het Laagveenproject Groeningen, het project De Onlanden en de herinrichting Matsloot annex Driepolders - polder Oude Riet/Marumerlage (project ‘Droge Voeten 2050’). Door deze geïntegreerde wijze van opereren kan het Plan Oude Rietdal tevens zonder enige herziening of oponthoud worden ingevoegd in de bestaande landschappen van het Leekstermeer, de Onlanden, het Reitdiepgebied, het Nationaal Park Middag/Humsterland en Lauwersland. Aldus ontstaat in Zuid- en West Groningen een geïntegreerd landschap van geavanceerde kwaliteit.
Het veiligstellen en ontwikkelen van de kwaliteiten en identiteiten van het singellandschap in het Zuidelijk Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige houtsingelstructuur. De kleinschalige structuur, de beslotenheid en de verschillende doorzichten die de singels creëren, maken van het Zuidelijk Westerkwartier een geliefd gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Duurzame instandhouding van deze houtsingelstructuur is van belang voor de kwaliteiten van het gebied. De huidige landbouw heeft echter behoefte aan aanpassing van de houtsingelstructuur. Zij heeft de wens tot schaalvergroting van het landschap om efficiënter te kunnen werken. Bovendien hebben de agrarische bedrijven door toenemende omvang behoefte aan grotere agrarische bouwpercelen. Voor de instandhouding is dit beleid opgesteld.
- Omdat de houtsingelstructuur lokaal varieert en per deelgebied verschilt, zijn in de Visie de verschillende manieren (opgaven) uitgewerkt hoe met de houtsingelhoofdstructuur zal worden omgegaan. Er wordt onderscheid gemaakt in:
- Behoud (en herstel)
- Herstel (en behoud)
- Omvorming t.b.v. landbouw
- (Her)ontwikkeling
- Passief beheer
- De opgaven uit de visie leiden tot verschillende spelregels. Er zijn spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures, en specifieke spelregels per deelgebied opgesteld.
- De houtsingelhoofdstructuur bestaat naast de spelregels per deelgebied uit een spelregelkaart waarop bijzondere singels zijn aangegeven. Deze singels moeten planologisch beschermd worden. Door niet alle singels op kaart vast te leggen ontstaat enige flexibiliteit ten aanzien van rooien en compensatie van singels.
Een belangrijk uitgangspunt voor de spelregels is dat de singelkwantiteit bewaakt wordt. De spelregels geven aan of een singel in een bepaald gebied wel of niet gerooid mag worden, en de wijze en de mate van compensatie. De singelkwaliteit (o.a. mate van kroonsluiting, structuur, ondergroei, leeftijd) is in een streefbeeld vertaald en niet in spelregels, omdat het hierbij gaat om onderhoud en beheer. Door middel van de sortimentskeuze en de breedte van de nieuwe singels wordt echter wel gestreefd om de singelkwaliteit te verbeteren.
Tevens is een belangrijk uitgangspunt, dat rooien altijd rechtstreeks gekoppeld is aan een compensatieverplichting. Deze regel geldt niet voor die gebieden waar de opgave ‘passief beheer’ van toepassing is. Het streven is immers om de singelkwantiteit (lengte, oppervlakte) voor het gehele ZWK minstens gelijk te houden. - Met deze werkwijze is een systeem ontstaan dat gebaseerd is op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied, maar dat ook enige flexibiliteit biedt ten aanzien van het rooien van singels. In ontwikkelingsgebieden ten behoeve van landbouw is bijvoorbeeld meer ruimte voor het rooien van singels dan in behoud- en herstelgebieden. door de compensatieverplichting kan worden bereikt dat in het gebied waar dat het meest nodig is herstel kan worden gepleegd en meer aaneengesloten singels ontstaan.
- De spelregels en de kaart vormen de basis voor de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. Ook wordt de houtsingelhoofdstructuur bijvoorbeeld gebruikt als toetsingskader voor kapaanvragen.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
- Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
- Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt.
- Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
- Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan.
- Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:- Wegbeplantingen
- Dijken
- Watergangen
- Dorpen
- Historische Terreinen en Wierden
- Groene Erven
- Landlopen
- De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
- De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
- De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen - De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen.
- Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
Visie Middag-Humsterland
Behoud en ontwikkeling van het enige nationale landschap
Het behoud en ontwikkeling van landschap, cultuurhistorie en belevingswaarde in Middag-Humsterland, waarbij tegelijkertijd voldoende sociale en economische ontwikkelingskansen en nieuw verantwoord ondernemerschap bestaan.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
Behoud en ontwikkeling van het nationaal landschap Middag-Humsterland worden gerealiseerd door innovatieve, duurzame en verantwoorde beheers- en verdienmodellen. Samenvattend komt het neer op de volgende punten, die over 10 jaar kenmerkend zijn voor het Middag-Humsterland:
- Behoud en bescherming van de kernkwaliteiten van het Middag-Humsterland. De landschappelijke, cultuurhistorische en belevingskenmerken en -waarden moeten bewaard blijven of verder worden ontwikkeld. Hierbij is een zeer nauwe samenwerking met de overheid noodzakelijk.
Een zelfsturend Middag-Humsterland. Het gebied is aan zet, de ontwikkeling van het Middag-Humsterland wordt voor en door ondernemers en inwoners in het gebied gedragen.
Op de volgende gebieden zijn ontwikkelambities- en kansen uitgesproken. Deze moeten over 10 jaar hebben geleid tot:
Nieuwe duurzame en innovatieve verdienmodellen voor agrarische ondernemers die leiden tot een rijk, biodivers landschap waarin de landbouw op een goed werkende schaal kan worden voortgezet.
Verkleining van het spanningsveld tussen landbouw, landschap en burgers door een structureel samenwerkingsverband, eventueel ook via verkenning van de mogelijkheden van natuurinclusieve landbouw.
Een zelfvoorzienende streek op het gebied van energie. Hiervoor zijn innovatieve oplossingen gevonden zodanig dat de energietransitie de kernkwaliteiten van het landschap versterkt.
Een innovatieve regiomarketing van het Middag-Humsterland. Hiermee heeft het gebied nieuwe kansen gecreëerd voor economische en toeristische activiteit.
Een nieuwe wijze om het gebied bereikbaar en via (OV)-vervoer beter toegankelijk te maken.
Aantrekkelijke, gezonde en (be)leefbare dorpen in Middag-Humsterland.
Het belangrijkste punt in de visie is het centraal stellen van het behoud van de kernkwaliteiten van het gebied. Alle ontwikkelkansen dienen te worden gezien tegen de achtergrond van dit punt. De kenmerken zijn:
Het reliëf, gevormd door wierden, kwelderruggen en dijken
Het onregelmatige blokverkavelingspatroon en het radiale verkavelingpatroon rond wierden
De grote mate van openheid tussen de woonplaatsen/wierden
In de sessies zijn deze kwaliteiten nader beschreven.
Er zijn ontwikkelambities en –kansen opgesteld. Ook zijn punten opgesomd wat níét wenselijk is.
Er zijn werkgroepen voor diverse thema’s opgericht. Daarnaast worden programma’s voor korte en lange termijn geformuleerd.
- Watertakenplan gemeente Westerkwartier 2020-2025
In dit plan worden de gemeentelijke watertaken van de gemeente Westerkwartier verder uitgewerkt en betreft een invulling van de wettelijke zorgplicht en de gestelde speerpunten
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De speerpunten geven invulling aan klimaatadaptatie en het verder optimaliseren van inzicht in de werking van het water- en rioolsysteem.
Het plan voldoet aan de eisen die aan een verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (GRP) worden gesteld. De term “verbreed” duidt op de gemeentelijke watertaken, zoals grondwaterbeheer, baggeren en stedelijke waterkwaliteit.
Dit watertakenplan voor de gemeente Westerkwartier bundelt de vier specificaties van de voormalige Westerkwartier gemeenten die voor het jaar 2018 zijn opgesteld. Daartoe is het beleid van de voormalige gemeenten op elkaar afgestemd.
De drie wettelijke zorgplichten betreffen:
1. Zorgplicht voor inzameling en transport van stedelijk afvalwater;
2. Zorgplicht voor doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater;
3. Zorgplicht voor voorkomen/beperken van schade door grondwateroverlast.Er zijn vijf bestuurlijke doelen beschreven, samengevat in deze figuur.
Het plan werkt de kaders en doelen van de gemeentelijke watertaken uit. Het gaat in op de gemeentelijke strategie, aanpak en beheer. Ook belicht het de financiën en kostendekking.
Het veiligstellen en ontwikkelen van de kwaliteiten en identiteiten van het singellandschap in het Zuidelijk Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige houtsingelstructuur. De kleinschalige structuur, de beslotenheid en de verschillende doorzichten die de singels creëren, maken van het Zuidelijk Westerkwartier een geliefd gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Duurzame instandhouding van deze houtsingelstructuur is van belang voor de kwaliteiten van het gebied. De huidige landbouw heeft echter behoefte aan aanpassing van de houtsingelstructuur. Zij heeft de wens tot schaalvergroting van het landschap om efficiënter te kunnen werken. Bovendien hebben de agrarische bedrijven door toenemende omvang behoefte aan grotere agrarische bouwpercelen. Voor de instandhouding is dit beleid opgesteld.
- Omdat de houtsingelstructuur lokaal varieert en per deelgebied verschilt, zijn in de Visie de verschillende manieren (opgaven) uitgewerkt hoe met de houtsingelhoofdstructuur zal worden omgegaan. Er wordt onderscheid gemaakt in:
1. Behoud (en herstel)
2. Herstel (en behoud)
3. Omvorming t.b.v. landbouw
4. (Her)ontwikkeling
5. Passief beheer - De opgaven uit de visie leiden tot verschillende spelregels. Er zijn spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures, en specifieke spelregels per deelgebied opgesteld.
- De houtsingelhoofdstructuur bestaat naast de spelregels per deelgebied uit een spelregelkaart waarop bijzondere singels zijn aangegeven. Deze singels moeten planologisch beschermd worden. Door niet alle singels op kaart vast te leggen ontstaat enige flexibiliteit ten aanzien van rooien en compensatie van singels.
Een belangrijk uitgangspunt voor de spelregels is dat de singelkwantiteit bewaakt wordt. De spelregels geven aan of een singel in een bepaald gebied wel of niet gerooid mag worden, en de wijze en de mate van compensatie. De singelkwaliteit (o.a. mate van kroonsluiting, structuur, ondergroei, leeftijd) is in een streefbeeld vertaald en niet in spelregels, omdat het hierbij gaat om onderhoud en beheer. Door middel van de sortimentskeuze en de breedte van de nieuwe singels wordt echter wel gestreefd om de singelkwaliteit te verbeteren.
Tevens is een belangrijk uitgangspunt, dat rooien altijd rechtstreeks gekoppeld is aan een compensatieverplichting. Deze regel geldt niet voor die gebieden waar de opgave ‘passief beheer’ van toepassing is. Het streven is immers om de singelkwantiteit (lengte, oppervlakte) voor het gehele ZWK minstens gelijk te houden. - Met deze werkwijze is een systeem ontstaan dat gebaseerd is op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied, maar dat ook enige flexibiliteit biedt ten aanzien van het rooien van singels. In ontwikkelingsgebieden ten behoeve van landbouw is bijvoorbeeld meer ruimte voor het rooien van singels dan in behoud- en herstelgebieden. door de compensatieverplichting kan worden bereikt dat in het gebied waar dat het meest nodig is herstel kan worden gepleegd en meer aaneengesloten singels ontstaan.
- De spelregels en de kaart vormen de basis voor de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. Ook wordt de houtsingelhoofdstructuur bijvoorbeeld gebruikt als toetsingskader voor kapaanvragen.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Hernieuwbare elektriciteit
Visie hernieuwbare elektriciteit gemeente Westerkwartier
De gemeente Westerkwartier maakt ruimte voor de inpassing van Hernieuwbare Elektriciteit productie op haar grondgebied en stelt hiervoor kaders op om initiatieven te kunnen toetsen.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De gemeente Westerkwartier heeft, net als alle andere gemeenten in Nederland, het Klimaatakkoord getekend. Daarmee heeft zij zichzelf een opgave opgelegd om het fossiele energie verbruik terug te dringen. Dit wordt uitgedrukt in een CO2 – reductie van 49% in 2030 ten opzichte van 1990. Dit betekent allereerst dat de gemeente zwaar inzet op de energiebesparing, immers wat niet wordt verbruikt hoeft niet te worden opgewekt. De energie die de gemeente en haar inwoners wel verbruiken wordt opgewekt met hernieuwbare elektriciteit.
- De gemeente Westerkwartier hanteert bij haar energiebeleid de Trias Energetica als uitgangspunt. De Trias Energetica gaat uit van besparing op het gebruik daar waar mogelijk. De gemeente voert hiervoor een actief stimuleringsbeleid. De volgende stap in de Trias is het benutten van duurzame energiebronnen. Indien de besparing van verbruik en de productie van hernieuwbare energie niet voldoende is, dan is de inzet van fossiele energie onder voorwaarden mogelijk.
- Consequentie van de opgestelde kaders is het uitsluiten van grote delen van haar grondgebied voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, deze keus is een rechtvaardiging van de bestaande ruimtelijke kwaliteit.
- De ruimte die de gemeente Westerkwartier maakt voor ‘Hernieuwbare elektriciteit’ kent meerdere treden. Bij de treden kleinschalig hanteren we het principe ‘ ja, mits’ . Bij de trede grootschalige hanteren we het principe ‘nee, tenzij’. De verschillende treden zijn:
1. Kleinschalige zon en wind initiatieven;
De gemeente stimuleert en/of faciliteert zonne-energie op daken, kleinschalige windmolens op erven, zonnevelden (inpasbaar in het landschap) en dorpsmolens.2. Grootschalige zon en wind initiatieven;
De gemeente verleend geen medewerking aan grootschalige initiatieven die niet gekoppeld zijn aan de ‘schaal bij schaal’ van een dorp, met uitzondering van een aantal locatie. De gemeente Westerkwartier is, afhankelijk van de uitkomsten van de RES, bereid te onderzoeken, samen met andere stakeholders welke lijnopstelling voor windmolens realistisch is, mits die een gepaste verbinding maken met de schaal van het landschap van het Westerkwartier en op draagvlak kunnen rekenen. Op 16 april 2019 heeft het college van B en W de projectopdracht vastgesteld om te komen tot een Duurzaamheidsbeleid 2020-2025. Een van de eerste stappen hierin is het opstellen van een ‘Visie Hernieuwbare Elektriciteit’.
Om te komen tot gedragen beleid is in de procesaanpak gekozen voor drie sporen: landschap, participatie en het netwerk. Het doel van deze projectaanpak is het vinden van de veranderruimte voor de inpassing van de hernieuwbare elektriciteit. Dit wordt onder andere weergegeven op kaarten. Naast deze kaarten realiseren we ook criteria op grond waarvan toekomstige projectontwikkeling zal worden getoetst. De lokale economie zal hierin een belangrijke rol spelen, evenals het streven uit het Klimaatakkoord om te komen tot 50% eigenaarschap voor de omgeving.
Het verkregen inzicht in de potentie voor hernieuwbare elektriciteit in onze gemeente is input voor de Regionale Energie Strategie (RES) Deze potentie gaat de inzet in de RES Groningen voor het Westerkwartier bepalen.
Het veiligstellen en ontwikkelen van de kwaliteiten en identiteiten van het singellandschap in het Zuidelijk Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige houtsingelstructuur. De kleinschalige structuur, de beslotenheid en de verschillende doorzichten die de singels creëren, maken van het Zuidelijk Westerkwartier een geliefd gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Duurzame instandhouding van deze houtsingelstructuur is van belang voor de kwaliteiten van het gebied. De huidige landbouw heeft echter behoefte aan aanpassing van de houtsingelstructuur. Zij heeft de wens tot schaalvergroting van het landschap om efficiënter te kunnen werken. Bovendien hebben de agrarische bedrijven door toenemende omvang behoefte aan grotere agrarische bouwpercelen. Voor de instandhouding is dit beleid opgesteld.
- Omdat de houtsingelstructuur lokaal varieert en per deelgebied verschilt, zijn in de Visie de verschillende manieren (opgaven) uitgewerkt hoe met de houtsingelhoofdstructuur zal worden omgegaan. Er wordt onderscheid gemaakt in:
1. Behoud (en herstel)
2. Herstel (en behoud)
3. Omvorming t.b.v. landbouw
4. (Her)ontwikkeling
5. Passief beheer - De opgaven uit de visie leiden tot verschillende spelregels. Er zijn spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures, en specifieke spelregels per deelgebied opgesteld.
- De houtsingelhoofdstructuur bestaat naast de spelregels per deelgebied uit een spelregelkaart waarop bijzondere singels zijn aangegeven. Deze singels moeten planologisch beschermd worden. Door niet alle singels op kaart vast te leggen ontstaat enige flexibiliteit ten aanzien van rooien en compensatie van singels.
Een belangrijk uitgangspunt voor de spelregels is dat de singelkwantiteit bewaakt wordt. De spelregels geven aan of een singel in een bepaald gebied wel of niet gerooid mag worden, en de wijze en de mate van compensatie. De singelkwaliteit (o.a. mate van kroonsluiting, structuur, ondergroei, leeftijd) is in een streefbeeld vertaald en niet in spelregels, omdat het hierbij gaat om onderhoud en beheer. Door middel van de sortimentskeuze en de breedte van de nieuwe singels wordt echter wel gestreefd om de singelkwaliteit te verbeteren.
Tevens is een belangrijk uitgangspunt, dat rooien altijd rechtstreeks gekoppeld is aan een compensatieverplichting. Deze regel geldt niet voor die gebieden waar de opgave ‘passief beheer’ van toepassing is. Het streven is immers om de singelkwantiteit (lengte, oppervlakte) voor het gehele ZWK minstens gelijk te houden. - Met deze werkwijze is een systeem ontstaan dat gebaseerd is op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied, maar dat ook enige flexibiliteit biedt ten aanzien van het rooien van singels. In ontwikkelingsgebieden ten behoeve van landbouw is bijvoorbeeld meer ruimte voor het rooien van singels dan in behoud- en herstelgebieden. door de compensatieverplichting kan worden bereikt dat in het gebied waar dat het meest nodig is herstel kan worden gepleegd en meer aaneengesloten singels ontstaan.
- De spelregels en de kaart vormen de basis voor de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. Ook wordt de houtsingelhoofdstructuur bijvoorbeeld gebruikt als toetsingskader voor kapaanvragen.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Archeologie en cultuurhistorie in de Westerkwartier-gemeenten
- Dorpen in Groningen
- Masterplan Aduard
Het rapport bevat een onderbouwing van de archeologische waarden- en verwachtingenkaart en de beleidskaart voor het grondgebied van de vier Westerkwartiergemeenten.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Op het grondgebied van de gemeenten liggen unieke archeologische waarden. Tegelijkertijd faciliteert het bodemarchief als onderdeel van de ondergrond allerlei ruimtelijke functies die verband houden met wonen, werken en recreëren. Deze functies gaan niet altijd goed samen met het streven naar behoud en een goed beheer van het bodemarchief. Archeologische waarden zijn namelijk gevoelig voor bodemingrepen, zoals ploegen, heien, graven en veranderingen in het waterpeil. Daarom is het noodzakelijk dat de gemeenten in hun ruimtelijk beleid waarborgen inbouwen, zodat belangrijke archeologische waarden zoveel mogelijk worden ontzien dan wel, indien dit om redenen van zwaarder wegende maatschappelijke belangen niet mogelijk is, worden veiliggesteld door middel van professionele archeologische opgravingen.
- Gemeenten zijn wettelijk verplicht om bij het vaststellen van bestemmingsplannen en het bestemmen van gronden, rekening te houden met het behoud van archeologische waarden. Om dit praktisch mogelijk te maken is een archeologische beleidskaart ontwikkeld die het instrument vormt voor de uitvoering van het gemeentelijk archeologiebeleid in het kader van de besluitvorming bij ruimtelijke plannen. Afhankelijk van de archeologische (verwachtings)waarde geldt, afhankelijk van de waarde en de grootte van de ingreep en het type ingreep, een vrijstellingsgrens.
- Het rapport bespreekt onder meer de ontstaansgeschiedenis van het landschap, de historische positie van de gemeente, de archeologiebeoefening in het verleden en de onderzoeksvragen die naar de toekomst toe in algemene zin kunnen worden geformuleerd. Vervolgens wordt per gemeente ingegaan op de bekende archeologische waarden en het uitgevoerde archeologische onderzoek die bij het maken van de waardenkaart een rol hebben gespeeld. Op basis daarvan wordt gekeken naar de stand van kennis en wat dit betekent voor de opbouw van de waarden- en verwachtingenkaart.
Het document ‘Dorpen in Groningen’ reikt koppelkansen aan ten behoeve van een positieve bedrage aan maatschappelijke vraagstukken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De cultuurhistorie, ontstaansgeschiedenis, dorpstypen en karakteristieken worden besproken in dit beleid. Met het beleid dan aan de hand van de vorm van het dorp worden bepaald of het een kom- of streekdorp is. Aan de hand van het namenregister kan het dorpstype worden geraadpleegd.
- Voor ieder dorpstype zijn in het beleid (algemene) karakteristieken uitgewerkt.
- Pak een ruimtelijke initiatief aan op basis van de handvatten voor dorpseigen doorontwikkelen, zoek de verbinding met relevante partijen en organiseer de benodigde deskundigheid. Raadpleeg - afhankelijk van de aard van het ruimtelijke initiatief - de daarvoor geformuleerde
basistips en aanvullende tips.
Onderzoek aan de hand van de koppelkansen op welke wijze het initiatief een positieve bijdrage kan leveren aan maatschappelijk vraagstukken.
Masterplan Aduard: Het Nieuwe Wonder van Aduard
Revitalisatie van het kloosterdorpHet zichtbaar maken van de cultuurhistorie van het dorp Aduard
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het beleidsstuk bevat drie onderdelen waarop uitspraken gedaan zijn, te weten de inrichting van de openbare ruimte, de locatiekeuze voor het Aduard Steengoed Erfgoed (ASE) en het kunstproject voor Aduard.
- De eerste ambitie van het ‘Het nieuwe Wonder van Aduard’ is het beter leesbaar en ervaarbaar maken van deze kloosterterreinbegrenzing.
- De tweede ambitie betreft de bepaling van de plek en het volume van het Aduard Steengoed Erfgoed, zoals het Historisch Centrum Erfgoed Aduard (HCEA) uit de opdrachtomschrijving ondertussen door het Platform Erfgoed Aduard genoemd is.
- Bij elk van de onderdelen is de kloostergeschiedenis het vertrekpunt en vormen actuele kwesties in het dorp de aanleiding in de planvorming. De rapportage bevat analyses en waarderingen van de huidige situatie, programmatische uitspraken op diverse relevante onderdelen en doorkijkjes die de basis vormen voor de uitvoeringsfase.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Woonzorgvisie Westerkwartier
In de Woonzorgvisie wordt de gewenste situatie geschetst die past bij de trends en aanpalend beleid en de wensen van de bewoners van het Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De bevolking in het Westerkwartier vergrijst sterk. De behoefte aan intramurale zorgplaatsen voor ouderen blijft stabiel. Er is wel een nieuwe vraag naar beschut wonen, een tussenvorm tussen thuis en intramuraal verblijf zoals een verpleeghuis. Er is geen intramurale jeugdvoorziening in het Westerkwartier en er zijn geen plekken voor mensen met een lichamelijke of zintuigelijke beperking. De laatst genoemde groepen zijn ook erg klein.
Ook is er door de vergrijzing meer vraag naar kleinschalige ontmoeting dichtbij en naar nieuwe vormen van dagbesteding/vrijwilligerswerk. Ook bij ouderen en mensen met een zorgvraag is er behoefte aan zinvolle dagbesteding. Veel mensen met een zorgvraag blijven langer zelfstandig wonen. - De schotten tussen de doelgroepen zijn aan het verdwijnen. Er komen steeds meer voorzieningen waar mensen uit verschillende doelgroepen worden gehuisvest. De woonvraag van mensen die zorg nodig hebben verandert. Er ontstaan veel meer verschillen in die vraag. Dorpsbewoners krijgen een steeds grotere rol in het realiseren van nieuwe voorzieningen en het in stand houden daarvan.
- Visie en ambities:
- Voldoende geschikte woningen in elk dorp door nieuwbouw in de grote kernen (scenario 1) of door aanpassing van de bestaande woningen en beperkt toevoegen in centrum dorpen (scenario 2).
- Realiseren van nieuwe vormen van beschut wonen met en op initiatief van dorpsbewoners.
- Er zijn genoeg intramurale voorzieningen voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. Er is een tekort aan voorzieningen voor beschermd wonen (intramurale ggz). Nu zijn de intramurale voorzieningen vooral in de vier grote kernen, bij de huidige capaciteit is er geen ruimte voor nieuwe kleinschalige voorzieningen (scenario 1). Er is wel een wens voor kleinschalige en meer gespreide voorzieningen, wat alleen kan als er afbouw van plaatsen plaatsvindt bij de grote locaties (scenario 2).
- Verder is er vernieuwing van dagbesteding nodig, meer aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte, stimulering van de inzet van domotica en een goede ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Tot slot is het nodig om nieuwe logeer- en respijtvoorzieningen te realiseren.
- De Woonzorgvisie richt zich op inwoners van het Westerkwartier die naast een zorg- of welzijnsvoorziening ook een woonvoorziening (in welke vorm dan ook) nodig hebben: intramuraal, eigen woning met zorg in nabijheid, benodigde aanpassingen in eigen woning vanwege lichamelijke beperkingen/verminderde mobiliteit.
- Ook zijn in de Woonzorgvisie de trends op het gebied van wonen en zorg uitgewerkt.
- Belangrijke thema’s om het oud worden in eigen dorp te kunnen realiseren zijn:
- de aanpasbaarheid van de bestaande woningvoorraad;
- het creëren van tussenvoorzieningen voor de meest kwetsbare groep inwoners die nog zelfstandig moeten of willen wonen (beschut wonen);
- de inrichting van de fysieke ruimte;
- de bereikbaarheid van voorzieningen met als belangrijkste voorziening de ontmoetingsruimte;
- de beschikbaarheid van intramurale voorzieningen en respijt en logeeropvang;
- de mogelijkheden om techniek in te zetten en
- de ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers.
Het veiligstellen en ontwikkelen van de kwaliteiten en identiteiten van het singellandschap in het Zuidelijk Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige houtsingelstructuur. De kleinschalige structuur, de beslotenheid en de verschillende doorzichten die de singels creëren, maken van het Zuidelijk Westerkwartier een geliefd gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Duurzame instandhouding van deze houtsingelstructuur is van belang voor de kwaliteiten van het gebied. De huidige landbouw heeft echter behoefte aan aanpassing van de houtsingelstructuur. Zij heeft de wens tot schaalvergroting van het landschap om efficiënter te kunnen werken. Bovendien hebben de agrarische bedrijven door toenemende omvang behoefte aan grotere agrarische bouwpercelen. Voor de instandhouding is dit beleid opgesteld.
- Omdat de houtsingelstructuur lokaal varieert en per deelgebied verschilt, zijn in de Visie de verschillende manieren (opgaven) uitgewerkt hoe met de houtsingelhoofdstructuur zal worden omgegaan. Er wordt onderscheid gemaakt in:
1. Behoud (en herstel)
2. Herstel (en behoud)
3. Omvorming t.b.v. landbouw
4. (Her)ontwikkeling
5. Passief beheer - De opgaven uit de visie leiden tot verschillende spelregels. Er zijn spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures, en specifieke spelregels per deelgebied opgesteld.
- De houtsingelhoofdstructuur bestaat naast de spelregels per deelgebied uit een spelregelkaart waarop bijzondere singels zijn aangegeven. Deze singels moeten planologisch beschermd worden. Door niet alle singels op kaart vast te leggen ontstaat enige flexibiliteit ten aanzien van rooien en compensatie van singels.
Een belangrijk uitgangspunt voor de spelregels is dat de singelkwantiteit bewaakt wordt. De spelregels geven aan of een singel in een bepaald gebied wel of niet gerooid mag worden, en de wijze en de mate van compensatie. De singelkwaliteit (o.a. mate van kroonsluiting, structuur, ondergroei, leeftijd) is in een streefbeeld vertaald en niet in spelregels, omdat het hierbij gaat om onderhoud en beheer. Door middel van de sortimentskeuze en de breedte van de nieuwe singels wordt echter wel gestreefd om de singelkwaliteit te verbeteren.
Tevens is een belangrijk uitgangspunt, dat rooien altijd rechtstreeks gekoppeld is aan een compensatieverplichting. Deze regel geldt niet voor die gebieden waar de opgave ‘passief beheer’ van toepassing is. Het streven is immers om de singelkwantiteit (lengte, oppervlakte) voor het gehele ZWK minstens gelijk te houden. - Met deze werkwijze is een systeem ontstaan dat gebaseerd is op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied, maar dat ook enige flexibiliteit biedt ten aanzien van het rooien van singels. In ontwikkelingsgebieden ten behoeve van landbouw is bijvoorbeeld meer ruimte voor het rooien van singels dan in behoud- en herstelgebieden. door de compensatieverplichting kan worden bereikt dat in het gebied waar dat het meest nodig is herstel kan worden gepleegd en meer aaneengesloten singels ontstaan.
- De spelregels en de kaart vormen de basis voor de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. Ook wordt de houtsingelhoofdstructuur bijvoorbeeld gebruikt als toetsingskader voor kapaanvragen.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Woonzorgvisie Westerkwartier
- Woonvisie 2020-2025
- Woningmarktonderzoek
Westerkwartier, 2020 t/m 2029
In de Woonzorgvisie wordt de gewenste situatie geschetst die past bij de trends en aanpalend beleid en de wensen van de bewoners van het Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De bevolking in het Westerkwartier vergrijst sterk. De behoefte aan intramurale zorgplaatsen voor ouderen blijft stabiel. Er is wel een nieuwe vraag naar beschut wonen, een tussenvorm tussen thuis en intramuraal verblijf zoals een verpleeghuis. Er is geen intramurale jeugdvoorziening in het Westerkwartier en er zijn geen plekken voor mensen met een lichamelijke of zintuigelijke beperking. De laatst genoemde groepen zijn ook erg klein.
Ook is er door de vergrijzing meer vraag naar kleinschalige ontmoeting dichtbij en naar nieuwe vormen van dagbesteding/vrijwilligerswerk. Ook bij ouderen en mensen met een zorgvraag is er behoefte aan zinvolle dagbesteding. Veel mensen met een zorgvraag blijven langer zelfstandig wonen. - De schotten tussen de doelgroepen zijn aan het verdwijnen. Er komen steeds meer voorzieningen waar mensen uit verschillende doelgroepen worden gehuisvest. De woonvraag van mensen die zorg nodig hebben verandert. Er ontstaan veel meer verschillen in die vraag. Dorpsbewoners krijgen een steeds grotere rol in het realiseren van nieuwe voorzieningen en het in stand houden daarvan.
- Visie en ambities:
- Voldoende geschikte woningen in elk dorp door nieuwbouw in de grote kernen (scenario 1) of door aanpassing van de bestaande woningen en beperkt toevoegen in centrum dorpen (scenario 2).
- Realiseren van nieuwe vormen van beschut wonen met en op initiatief van dorpsbewoners.
- Er zijn genoeg intramurale voorzieningen voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking. Er is een tekort aan voorzieningen voor beschermd wonen (intramurale ggz). Nu zijn de intramurale voorzieningen vooral in de vier grote kernen, bij de huidige capaciteit is er geen ruimte voor nieuwe kleinschalige voorzieningen (scenario 1). Er is wel een wens voor kleinschalige en meer gespreide voorzieningen, wat alleen kan als er afbouw van plaatsen plaatsvindt bij de grote locaties (scenario 2).
- Verder is er vernieuwing van dagbesteding nodig, meer aandacht voor de inrichting van de openbare ruimte, stimulering van de inzet van domotica en een goede ondersteuning van mantelzorgers en vrijwilligers. Tot slot is het nodig om nieuwe logeer- en respijtvoorzieningen te realiseren.
- De Woonzorgvisie richt zich op inwoners van het Westerkwartier die naast een zorg- of welzijnsvoorziening ook een woonvoorziening (in welke vorm dan ook) nodig hebben: intramuraal, eigen woning met zorg in nabijheid, benodigde aanpassingen in eigen woning vanwege lichamelijke beperkingen/verminderde mobiliteit.
- Ook zijn in de Woonzorgvisie de trends op het gebied van wonen en zorg uitgewerkt.
- Belangrijke thema’s om het oud worden in eigen dorp te kunnen realiseren zijn:
- de aanpasbaarheid van de bestaande woningvoorraad;
- het creëren van tussenvoorzieningen voor de meest kwetsbare groep inwoners die nog zelfstandig moeten of willen wonen (beschut wonen);
- de inrichting van de fysieke ruimte;
- de bereikbaarheid van voorzieningen met als belangrijkste voorziening de ontmoetingsruimte;
- de beschikbaarheid van intramurale voorzieningen en respijt en logeeropvang;
- de mogelijkheden om techniek in te zetten en
- de ondersteuning van mantelzorg en vrijwilligers.
Woonvisie 2020-2025
De woonvisie beschrijft het beleid op het gebied van wonen in het Westerkwartier voor de komende vijf jaar en geeft handvatten om in te spelen in de woonopgaven, waarbij de gemeente in de visie stimuleert, uitnodigt en kansen biedt.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
De visie bekijkt waar het Westerkwartier over tien jaar staat. De gemeente werkt vanuit drie invalshoeken aan het wonen:
Investeren in netwerken van vitale dorpen;
Versnelde ontwikkeling langs bereikbaarheidsassen;
Meer verbinding tussen voorzieningenkernen.
In de visie wordt ingegaan op netwerken van dorpen, de bestaande buurten, nieuwbouw, duurzaamheid, betaalbaarheid en wonen en zorg. Bij elk onderwerp worden de doelen en instrumenten, afspraken of andere inzet uitgewerkt. afbeelding
Met woningcorporaties zijn prestatieafspraken gemaakt om de visie uit te voeren.
De unieke kwaliteiten van het Westerkwartier moeten worden behouden: gemoedelijkheid, zelfredzaamheid, naar elkaar omzien, ondernemend zijn. Daarbij hoort een leefomgeving met kwaliteit, zowel sociaal als fysiek, waarin het goed wonen is voor iedereen. De gemeente wil daaraan bijdragen en de woonvisie is daarvoor een belangrijk instrument.
Het woningmarktonderzoek wordt geanalyseerd. Hieruit vloeiden de volgende punten uit:
Het westerkwartier groeit verder;
Plannen aanpassen aan de behoefte;
Een variatie aan gevraagde producten realiseren;
Ouder worden en/of zorg;
Sociale huur: een ‘rollende voorraad’ in elk dorp;
Vernieuwing van bestaande buurten en woningen;
Een duurzamer Westerkwartier;
Het Westerkwartier betaalbaar houden
De visie uit 2014 wordt geëvalueerd. Tot slot wordt een uitvoeringsagenda geformuleerd.
Woningmarktonderzoek Westerkwartier, 2020 t/m 2029
Het woningmarktonderzoek is uitgevoerd voor de nieuwe woonvisie, als goede, actuele onderlegger over de thema’s die in de woonvisie een plek krijgen.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het woningmarktonderzoek levert nieuwe inzichten voor de woningmarkt als geheel, doelgroepen op de woningmarkt, hun behoefte, de mate waarin dit in dorpen al te vinden is en wat er vervolgens nodig is in bijvoorbeeld renovatie of nieuwbouw.
- Een puntsgewijze samenvatting van de onderzoeksresultaten luidt als volgt:
- Het Westerkwartier groeit verder
- De dorpen Leek en Zuidhorn groeien stevig
- Ook in bijna alle andere dorpen groei
- Plannen aanpassen (inspelen op de vraag, goede bestaande plannen met tempo uitvoeren)
- Krimp van de jonge groepen eindigt
- Vooral in grote dorpen een gemengde samenstelling aan producten
- Sociale huur: een ‘rollende voorraad’ in elke dorp
- Behoefte van nu en krimp op termijn niet koppelen
- Kwetsbare bestaande buurten: een impuls geven
- Vrije sector huur: een beperkte markt
- Starters niet vergeten
- Duurzaamheid stimuleren
- Betaalbaarheid van wonen
- Wonen en zorg: roep op beschutte woonvormen
- Woonwagens: moderniseren
- De visie werkt de trends en ontwikkelingen op de woningmarkt uit. De demografie komt aan bod, waarbij de huidige trend en samenstelling aan bod komt, maar ook naar de prognose wordt gekeken.
Daarnaast werkt de visie de markt, bestaande voorraad en doelgroepen uit, waarbij het blikt naar de punten die hierboven zijn opgesomd.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Sportakkoord Westerkwartier
- Westerkwartier paardenkwartier
Met het Sportakkoord wil de gemeente bereiken dat in Westerkwartier iedereen plezier kan hebben in sporten en bewegen, waarbij de gemeente een nieuwe sportidentiteit wil creëren.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Wat betreft de sportieve identiteit van Westerkwartier is er cijfermatig nog weinig bekend. Wel duidelijk is dat de gemeente te maken heeft met uitdagingen, zoals demografische ontwikkelingen, individualisering, digitalisering, terugloop van vrijwilligers en ledenaantallen, overgewicht, beweegarmoede, zelfredzaamheid en een overheid die burgerparticipatie centraal stelt. Ook is het nog niet voor iedereen vanzelfsprekend om te sporten en te bewegen, doordat zij hier belemmeringen in ervaren.
- De gemeente activeert inwoners en stimuleert hen om meer te sporten en bewegen. Dit doet zij samen met sport- en beweegaanbieders, onderwijs, zorg, welzijn en overheid bundelen de krachten. De gemeente legt verbindingen tussen de dorpen en kernen, maar pakt zaken ook gemeentebreed op.
- De ambities zijn uitgewerkt in de volgende thema’s:
- Inclusief sporten en bewegen;
- Van jongs af aan vaardig in bewegen;
- Vitale sport- en beweegaanbieders;
- Duurzame sportinfrastructuur.
- Alle ‘spelers’ hebben een eigen verantwoordelijkheid in het vervolg van de gekozen acties.
Er wordt jaarlijks minimaal één gezamenlijke bijeenkomst georganiseerd met de ‘spelers’ en ‘supporters’ van het eerste uur en inwoners, die in de loop van de tijd aangeschoven zijn. Tijdens deze bijeenkomst wordt de stand van zaken besproken en het gezamenlijke vervolg bepaald.
Daarnaast wordt er een Kopgroep geformeerd, blijven de verschillende werkgroepen actief en hebben de buurtsportcoaches een rol in de algehele regie.
Westerkwartier Paardenkwartier
‘Een aantrekkelijk hippisch vestigingsklimaat’Het doorontwikkelen tot een regio waar de paarden(sport)sector groeit en floreert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Westerkwartier heeft een aantrekkelijk hippisch vestigingsklimaat waar de regio van profiteert en dat de regio versterkt.
- Er zijn volop kansen om nog verder door te ontwikkelen tot het Paardenkwartier van het Noorden.
- Actief blijven sturen op de vastgelegde speerpunten, te weten:
- Kennisuitwisseling tussen hippische ondernemers;
- Promotie van het hippisch Westerkwartier;
- Ontwikkeling van ruiter- en menroutes en toerisme;
- Realisatie opleidingscentrum voor de paardensector;
- Verbetering vestigingsklimaat voor hippische ondernemers.
Voor de speerpunten zijn actiepunten geformuleerd.
Om de paardensector in al haar facetten in de regio te kunnen versterken
zijn met name de economische spin-off, inpassing in het landschap en talentontwikkeling van belang. Vandaar dat de ontwikkelingen
worden ondergebracht in de perspectieven economie, ruimte, landschap en sport & onderwijs.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Gemeentelijke detailhandelsvisie 2019
Het doel is om de sector detailhandel en de verzorgingsstructuur van de gemeente ook in de toekomst aantrekkelijk te houden.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De demografische situatie in Westerkwartier is in kaart gebracht. De gemeente vergrijst en ontgroend.
- Er is een kwantitatieve analyse per dorp uitgevoerd. In de hele gemeente is in feite sprake van voldoende aanbod aan winkels, of er is zelfs sprake van een overaanbod. Op dit moment leidt dit gegeven nog niet tot directe grote problemen; de leegstand ligt nog niet op een erg hoog niveau. Op termijn zullen mogelijk wel problemen ontstaan, zeker vanwege het feit dat bij opvolging alle huisvestingslasten en overige kosten weer moeten worden meegenomen. Financiering door derden zal dan ook lastig zijn. Het toevoegen van winkelaanbod zal kritisch beoordeeld moeten worden, waarbij het verplaatsen en/of saneren van perifere winkels/locaties het onderzoeken waard is.
- Er is een kwalitatieve analyse per dorp uitgevoerd. De bestaande winkelstructuur wordt besproken en tevens worden de sterke en zwakke punten genoemd.
- De trends en ontwikkelingen in de detailhandel zijn onderzocht. Gedacht kan worden aan onder andere schaalvergroting, ‘blurring’ en online winkelen.
Er is een plan van aanpak per winkelgebied/kern opgesteld. Hierbij is aangegeven welke kaders een rol spelen bij het opstellen van een visie en uitvoeringsagenda per plaats. Ook is de toekomstige detailhandelstructuur voor de gemeente beschreven.
Een belangrijke doelstelling van de visie voor de detailhandel is om de positie van de winkelgebieden in de toekomstige voorzieningenstructuur van de gemeente en de regio duidelijk neer te zetten. Vanuit de detailhandelsstructuur wordt tevens ingezoomd op de verschillende winkelgebieden en wordt aangegeven hoe deze zich verder kunnen ontwikkelen tot toekomstbestendige centra.De gemeentelijke detailhandelsvisie is opgebouwd vanuit een aantal algemene belangrijke uitgangspuntenBegrenzing winkelgebieden aangeven;
Uitbreiding van detailhandel buiten bestaande winkelgebieden niet toestaan;
Terugdringen overaanbod; werken aan compacte centra;
Concentratie overige centrumvoorzieningen in huidige winkelgebieden; optimalisatie leefbaarheid;
Handhaving versterken;
Gezamenlijke aanpak nodig van alle betrokkenen.
Bij de plan van aanpak per winkelgebied wordt gekeken naar de marketingstrategie, toerisme en recreatie, professionalisering ondernemerschap, winkeltijden, randvoorwaarden goed invullen (o.a. toegankelijkheid en bereikbaarheid in verband met vergrijzing).
De detailhandel is niet alleen een belangrijke werkgever, maar draagt ook bij aan de leefbaarheid en de ruimtelijke kwaliteit van de centra en kernen in het Westerkwartier. De winkelgebieden zijn gebieden waar mensen elkaar ontmoeten en hebben dus voor veel mensen een maatschappelijke betekenis.
Het veiligstellen en ontwikkelen van de kwaliteiten en identiteiten van het singellandschap in het Zuidelijk Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige houtsingelstructuur. De kleinschalige structuur, de beslotenheid en de verschillende doorzichten die de singels creëren, maken van het Zuidelijk Westerkwartier een geliefd gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Duurzame instandhouding van deze houtsingelstructuur is van belang voor de kwaliteiten van het gebied. De huidige landbouw heeft echter behoefte aan aanpassing van de houtsingelstructuur. Zij heeft de wens tot schaalvergroting van het landschap om efficiënter te kunnen werken. Bovendien hebben de agrarische bedrijven door toenemende omvang behoefte aan grotere agrarische bouwpercelen. Voor de instandhouding is dit beleid opgesteld.
- Omdat de houtsingelstructuur lokaal varieert en per deelgebied verschilt, zijn in de Visie de verschillende manieren (opgaven) uitgewerkt hoe met de houtsingelhoofdstructuur zal worden omgegaan. Er wordt onderscheid gemaakt in:
1. Behoud (en herstel)
2. Herstel (en behoud)
3. Omvorming t.b.v. landbouw
4. (Her)ontwikkeling
5. Passief beheer - De opgaven uit de visie leiden tot verschillende spelregels. Er zijn spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures, en specifieke spelregels per deelgebied opgesteld.
- De houtsingelhoofdstructuur bestaat naast de spelregels per deelgebied uit een spelregelkaart waarop bijzondere singels zijn aangegeven. Deze singels moeten planologisch beschermd worden. Door niet alle singels op kaart vast te leggen ontstaat enige flexibiliteit ten aanzien van rooien en compensatie van singels.
Een belangrijk uitgangspunt voor de spelregels is dat de singelkwantiteit bewaakt wordt. De spelregels geven aan of een singel in een bepaald gebied wel of niet gerooid mag worden, en de wijze en de mate van compensatie. De singelkwaliteit (o.a. mate van kroonsluiting, structuur, ondergroei, leeftijd) is in een streefbeeld vertaald en niet in spelregels, omdat het hierbij gaat om onderhoud en beheer. Door middel van de sortimentskeuze en de breedte van de nieuwe singels wordt echter wel gestreefd om de singelkwaliteit te verbeteren.
Tevens is een belangrijk uitgangspunt, dat rooien altijd rechtstreeks gekoppeld is aan een compensatieverplichting. Deze regel geldt niet voor die gebieden waar de opgave ‘passief beheer’ van toepassing is. Het streven is immers om de singelkwantiteit (lengte, oppervlakte) voor het gehele ZWK minstens gelijk te houden. - Met deze werkwijze is een systeem ontstaan dat gebaseerd is op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied, maar dat ook enige flexibiliteit biedt ten aanzien van het rooien van singels. In ontwikkelingsgebieden ten behoeve van landbouw is bijvoorbeeld meer ruimte voor het rooien van singels dan in behoud- en herstelgebieden. door de compensatieverplichting kan worden bereikt dat in het gebied waar dat het meest nodig is herstel kan worden gepleegd en meer aaneengesloten singels ontstaan.
- De spelregels en de kaart vormen de basis voor de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. Ook wordt de houtsingelhoofdstructuur bijvoorbeeld gebruikt als toetsingskader voor kapaanvragen.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.
- Bidbook Westerkwartier - Dorpen van de toekomst
- Ontwikkelingsvisie Om Aduard
- Structuurvisie 2030 gemeente Zuidhorn
- Kwaliteitssprong voor de regio - Toekomstagenda Regio Groningen-Assen 2020-2025
Het Bidbook zet de opgaven van de nieuwe gemeente op de kaart middels het voor het Bidbook georganiseerde ‘festival’.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De gemeente Westerkwartier staat voor opgaven die kenmerkend zijn voor het platteland. De 41 dorpen liggen in een divers landschappelijk gebied, die verschillende opgaven met zich meebrengen. Deze opgaven worden uitgewerkt.
- De gemeente licht zes thema’s uit. Deze sluiten aan bij de thema’s van het Interbestuurlijk Programma en zijn geschikt voor een inhoudelijk programma. De thema’s zijn:
- Plattelandsbeleid
- Klimaat en energie
- Wonen
- Onderwijs
- Economie
- Armoedebestrijding
- De gemeente streeft naar inwonersbetrokkenheid . Dit hangt samen met inwonersinitiatieven, hoe faciliterend de overheid kan zijn, overleg met andere overheden over nieuwe vormen van betrokkenheid, marktwerking en hoe ver de overheidsregie gaat.
- Het creëren van dorpse sferen, onder andere door middel van streekproducten en entertainment.
Het DNA van de gemeente wordt beschreven als: Dichtbij, Nuchter en Ambitieus. Gemeenschapszin, noaberschap, zelfredzaamheid, ondernemerszin en lerend vermogen komen daarin samen.
De gemeente is trots op haar gebied, haar inwoners die met een actief verenigingsleven de dorpen en het buitengebied levendig houden en de diversiteit van haar landschap.
Ontwikkelingsvisie Om Aduard
Het bieden van een samenhangend kader waarmee de gemeente regie kan voeren op de vele ontwikkelingen die om Aduard plaatsvinden.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- In de vraag van de gemeente zijn de volgende aspecten met
betrekking tot de visie benoemd:
behouden van de openheid van het agrarisch productielandschap;
het dorp Aduard blijft als een éénheid in het polderland herkenbaar, als “een kloeke massa drijvend in een schier oneindige ruimte”;
de dorpsranden van Zuidhorn en Aduard als intermediair tussen dorp en land;
“Het wonder van Aduard” als een zelfstandig project integreren in de visie;
de ruimtelijke impact van het buitenwijkse gronddepot bij Oostergast;
de landschappelijke inpasbaarheid van de provinciale weg de N355;
de landschappelijke positie en vormgeving van de rondweg om Aduard;
eventuele herinrichting van de vuilstort Kroonpolder;
aanwijzen van een ecologische verbindingszone tussen de Paterswolde en het Reitdiep /Lauwersmeer;
het vergroten van de ruimte voor recreatie.
Het doel van de gebiedsvisie is een samenhangend kader te bieden voor begeleiding en toetsing van initiatieven in het gebied, en voor uitwerking in een uitvoeringsprogramma. Deze ontwikkelingsvisie bevat een aantal concrete maatregelen die op korte termijn door gemeente of
provincie kunnen worden uitgevoerd.Het in stand houden en versterken van de leesbaarheid van het Groningse landschap dient als kapstok voor de ontwikkelingsvisie. De doelstelling vanuit het beleid regiopark Groningen - Assen om het gebied aantrekkelijk te maken voor de bewoners en bezoekers van de regio sluit
hierop aan.
Het behouden van de openheid en het agrarische karakter van het Groningse productie landschap vormen een belangrijk uitgangspunt voor de visie. De landbouw is ook in de toekomst de drager van de identiteit.
Aduard wordt een voorpost voor het nationaal landschap Middag Humsterland.Het beleidsstuk geeft een analyse van het landschap, het beleid en de ontwikkelingen, de kwaliteiten en de knelpunten. De visie bestaat uit drie onderdelen, te weten Poort naar Middag Humsterland; Kanaal als nieuw recreatie landschap; Behoud van het open boerenlandschap. De visie is vertaald naar kaartbeeld en uitgewerkt naar zestal deelgebieden. Tot slot doet het een voorstel voor een faseerde uitvoering.
Structuurvisie 2030 (Zuidhorn)
De Structuurvisie beschrijft de beleidskoers van de gemeente Zuidhorn voor de middellange termijn
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Deze structuurvisie vormt de ruimtelijke uitwerking van de integrale visie op de toekomst van de gemeente Zuidhorn. De toekomstvisie van de gemeente Zuidhorn geeft richting aan de ontwikkeling van de gemeente in de komende twintig jaar en kan naast deze structuurvisie gelezen worden. In de structuurvisie zijn de ambities uit de toekomstvisie ruimtelijk vertaald in een viertal thematische kaarten en een integraal toekomstbeeld.
- De toekomstvisie gaat uit van drie verschillende identiteiten diegezamenlijk de kwaliteit van de gemeente Zuidhorn vormen: de ‘stadse’ identiteit, de dorpse identiteit en de landelijke identiteit.
- De hoofdlijnen van de toekomstvisie worden uitgewerkt naar de ruimtelijke ontwikkelingen binnen de gemeente Zuidhorn. Dat doen we door middel van vier thema’s die samen leiden tot een integraal toekomstbeeld Zuidhorn 2030:
- Economie
- Infrastructuur
- Landschap
- Wonen en voorzieningen
- De visie werkt een uitvoerings/realisatiestrategie uit. De structuurvisie legt ruimtelijk kader vast. Deze structuurvisie vormt het ruimtelijk kader voor de gemeente Zuidhorn voor de periode tot 2030 waarin het ruimtelijke programma
(ontwikkelingen en ambities) voor de korte en lange termijn zijn vastgelegd. Vervolgens wordt op basis van de structuurvisie regie gevoerd.
Kwaliteitssprong voor de regio
Toekomstagenda Regio Groningen-Assen 2020-2025Economische kansen benutten en uitbouwen en gebiedskwaliteiten behouden en versterken in de regio Groningen-Assen, waarbij in deze toekomstagenda opgaven op het gebied van economie, wonen, mobiliteit, ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en organisatie worden geformuleerd.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De opgaven voor de komende jaren zijn:
- Economie: Functiemenging stimuleren en bedrijventerreinen revitaliseren/vergroenen.
- Wonen: Regionale afspraken maken over kwantitatieve én kwalitatieve woningbouw (aantallen, soort, doelgroepen).
- Mobiliteit: De regio optimaal bereikbaar houden door mobiliteit te verknopen, te verslimmen en te verduurzamen.
- Ruimtelijke kwaliteit: De mooiste regio van Nederland maken om te wonen, te werken en te recreëren
- Organisatie: Kennisbank opzetten voor datagedreven sturing.
Duurzaamheid loopt als een rode draad door alle thema's heen.
- De hoofdambitie is: samen werken aan een economisch sterke en goed bereikbare regio waar het voor de inwoners fijn werken, mooi wonen en lekker leven is.
- Voor de RGA zit de kracht van regionale samenwerking met name in:
- verbetering van de regionale infrastructuur
- onderlinge afstemming van de regionale woningbouwopgave
- gezamenlijke ontwikkeling van economisch beleid
- Er wordt teruggeblikt op wat allemaal is gedaan door de RGA en hoe het er momenteel voorstaat. Daarnaast is bekeken wat de regio gaat doen aan de hand van vier thema’s. Per thema werkt het beleidsstuk uit wat het streven is en hoe dit wordt aangepakt (concrete punten).
- Economie: focus op de werklocatieprogrammeringen het economisch netwerk
Wij willen de banden tussen overheden, ondernemers en onderwijs versterken. De economie in zowel Groningen als Assen ziet er anders uit dan in andere delen van Nederland. Het aandeel grote bedrijven is lager en het aantal sterke clusters van bedrijven is minder. Dit is niet alleen een zwakte. Ondernemers zijn er meer aan gewend om goed te moeten zoeken naar de juiste samenwerkingspartners. Samenwerkingen komen hierdoor snel tot stand. En dat biedt kansen voor de regionale economie. - Wonen: focus op de woningbouwprogrammering en herstructurering
We stemmen de woningbouwopgaven binnen de regio op elkaar af en monitoren deze. We zetten in op faciliteren bij de totstandkoming van de Verstedelijkingsstrategie en het in kaart brengen van de herstructureringsopgave van verouderde woningen in de hele regio. - Mobiliteit: focus op OV, P+R, fiets, smart mobility, gedrag en logistiek
De belangrijkste opgave binnen mobiliteit ligt bij verknopen, verslimmen en vergroenen. We zetten in op het bereikbaar houden van de regio Groningen-Assen tijdens de grote infrastructurele projecten Spoorzone en Aanpak Ring Zuid, het uitbouwen en vergroenen van het stelsel van hubs, een snelfietsnetwerk, een schaalsprong in het OV en de digitaliseringsopgave vanuit Smart Mobility en MaaS. - Ruimtelijke kwaliteit: focus op integrale gebiedsontwikkeling
We zien kansen om de kwaliteit van integrale gebiedsontwikkeling te verbeteren en we gaan het project Groeningen coördineren. Duurzaamheid loopt als rode draad door dit thema heen.
- Economie: focus op de werklocatieprogrammeringen het economisch netwerk
- De komende jaren gaan we werken aan het opstellen van een nieuwe Regiovisie voor de periode 2025-2050. De Verstedelijkingsstrategie en de uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) vormen hiervoor belangrijke ingrediënten. We willen hierin, naast uiteraard de binnenregionale opgaves op het gebied van wonen, economie en mobiliteit, de volgende ambities uitwerken:
- Versterken van de positie van Metropoolregio Groningen-Assen op de as Hamburg-Amsterdam inclusief goede en snelle verbindingen.
- Oplossingen bieden voor groeivraagstukken van andere delen van Nederland: de regio Groningen-Assen is een aantrekkelijke woonomgeving met een hoogwaardige ruimtelijke kwaliteit waar je betaalbaar kunt wonen.
- Een regio met gemeenschappelijk acquisitieDNA en -agenda waar een breed hoogwaardig onderwijsaanbod zorgt voor de beschikbaarheid van voldoende opgeleide arbeidskrachten voor bedrijven.
- Hoofdwegenstructuur Westerkwartier (in ontwikkeling)
Het creëren van een geharmoniseerd totaalplan voor de infrastructuur in het Westerkwartier, waarbij de elementen bereikbaarheid, onderhoud en (fysieke) veiligheid tot uitdrukking komen.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De gemeentelijke ambities met betrekking tot de hoofdwegenstructuur luiden als volgt:
- Goede duurzame en verkeersveilige bereikbaarheid van het Westerkwartier
- Harmonisatie in verkeersbeleid binnen de gemeente Westerkwartier (Herijking wegencategorisering; Sluitend netwerk fiets; Integrale aanpak knelpunten en speerpunten)
- Verbeteren duurzame bereikbaarheid (O.a. maatregelen fiets en laadinfrastructuur)
- Verbeteren verkeersveiligheid (Aanpak knelpunten verkeersveiligheid; Aanpak schoolomgevingen)
- Beperken verkeersoverlast (Hoofdwegen op niveau - voorkomt onnodig verkeer op OWN; Op termijn: aanvullingen aan HWS gewenst?)
- De gemeentelijke visie op de hoofdwegenstructuur luidt als volgt:
- Goede duurzame en verkeersveilige bereikbaarheid van het Westerkwartier
- Realiseren samenhangende en sluitende hoofdwegenstructuur
- Goede ontsluiting van de dorpen op HWS
- Goede onderlinge verbindingen met centrumdorpen
- Goede aansluitingen OWN op HWS (verkeersveiligheid en afwikkeling)
3) De provincie werkt aan een nieuwe wegencategorisering. Het is de wens om de gemeentelijke en provinciale categorisering in overeenstemming te brengen.
4) Er wordt gewerkt aan een fietsstructuur/netwerk.
5) De visie werkt de knelpunten met betrekking tot de infrastructuur per thema uit (verkeersstructuur, veiligheid, inrichting, leefbaarheid en bereikbaarheid). De knelpunten worden geprioriteerd.
Het veiligstellen en ontwikkelen van de kwaliteiten en identiteiten van het singellandschap in het Zuidelijk Westerkwartier.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De landschappelijke kwaliteit van het Zuidelijk Westerkwartier wordt in sterke mate bepaald door de aanwezige houtsingelstructuur. De kleinschalige structuur, de beslotenheid en de verschillende doorzichten die de singels creëren, maken van het Zuidelijk Westerkwartier een geliefd gebied om in te wonen, te werken en te recreëren. Duurzame instandhouding van deze houtsingelstructuur is van belang voor de kwaliteiten van het gebied. De huidige landbouw heeft echter behoefte aan aanpassing van de houtsingelstructuur. Zij heeft de wens tot schaalvergroting van het landschap om efficiënter te kunnen werken. Bovendien hebben de agrarische bedrijven door toenemende omvang behoefte aan grotere agrarische bouwpercelen. Voor de instandhouding is dit beleid opgesteld.
- Omdat de houtsingelstructuur lokaal varieert en per deelgebied verschilt, zijn in de Visie de verschillende manieren (opgaven) uitgewerkt hoe met de houtsingelhoofdstructuur zal worden omgegaan. Er wordt onderscheid gemaakt in:
1. Behoud (en herstel)
2. Herstel (en behoud)
3. Omvorming t.b.v. landbouw
4. (Her)ontwikkeling
5. Passief beheer - De opgaven uit de visie leiden tot verschillende spelregels. Er zijn spelregels ten aanzien van rooien, compensatie, herplant, coupures, en specifieke spelregels per deelgebied opgesteld.
- De houtsingelhoofdstructuur bestaat naast de spelregels per deelgebied uit een spelregelkaart waarop bijzondere singels zijn aangegeven. Deze singels moeten planologisch beschermd worden. Door niet alle singels op kaart vast te leggen ontstaat enige flexibiliteit ten aanzien van rooien en compensatie van singels.
Een belangrijk uitgangspunt voor de spelregels is dat de singelkwantiteit bewaakt wordt. De spelregels geven aan of een singel in een bepaald gebied wel of niet gerooid mag worden, en de wijze en de mate van compensatie. De singelkwaliteit (o.a. mate van kroonsluiting, structuur, ondergroei, leeftijd) is in een streefbeeld vertaald en niet in spelregels, omdat het hierbij gaat om onderhoud en beheer. Door middel van de sortimentskeuze en de breedte van de nieuwe singels wordt echter wel gestreefd om de singelkwaliteit te verbeteren.
Tevens is een belangrijk uitgangspunt, dat rooien altijd rechtstreeks gekoppeld is aan een compensatieverplichting. Deze regel geldt niet voor die gebieden waar de opgave ‘passief beheer’ van toepassing is. Het streven is immers om de singelkwantiteit (lengte, oppervlakte) voor het gehele ZWK minstens gelijk te houden. - Met deze werkwijze is een systeem ontstaan dat gebaseerd is op de landschappelijke kwaliteiten van het gebied, maar dat ook enige flexibiliteit biedt ten aanzien van het rooien van singels. In ontwikkelingsgebieden ten behoeve van landbouw is bijvoorbeeld meer ruimte voor het rooien van singels dan in behoud- en herstelgebieden. door de compensatieverplichting kan worden bereikt dat in het gebied waar dat het meest nodig is herstel kan worden gepleegd en meer aaneengesloten singels ontstaan.
- De spelregels en de kaart vormen de basis voor de bestemmingsplannen van de betrokken gemeenten. Ook wordt de houtsingelhoofdstructuur bijvoorbeeld gebruikt als toetsingskader voor kapaanvragen.
Het Landschappelijk Raamwerk stuurt ontwikkelingen die het landschap van het Westerkwartier beïnvloeden zodanig dat de kwaliteit van het Westerkwartier behouden blijft en waar mogelijk verbetert.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- ln eerste plaats is het Westerkwartier een plek waar wordt geleefd en die in ontwikkeling is. ln die context is het niet goed voorstelbaar dat alles wat bestaat en gaat komen wordt vastgelegd. Ontwikkelingen moeten mogelijk zijn om het gebied een toekomst te geven. ln tweede plaats blijkt in de praktijk dat het vastleggen van bestaande kwaliteiten niet betekent dat er niets verandert. De ontwikkelingen die het landschap beïnvloeden zijn voor een groot deel niet planologisch van aard (economische processen, verhuisstromen, ontwikkelingen in de rest van Nederland) en laten zich dan ook lastig planologisch organiseren.
- De volgende onderwerpen zijn crucíaal om de landschappelijke kwaliteit te behouden en versterken;
1. Het beheer van bestaande kwaliteiten moet goed worden georganiseerd. Zonder beheer is de waarde van een planologische bescherming zeer beperkt. Alleen het beheer kan garanderen dat waardevolle kwaliteiten voor de toekomst behouden blijven.
2. Het is nodig ontwikkelingen actief in een positieve richting te sturen door een kader te bieden voor voorziene en onvoorziene ontwikkelingen. De kwaliteit van het landschap wordt in toenemende mate bepaald door (niet landschappelijke) ontwikkelingen die erin neerdalen, zoals nieuwe woningbouw, bedrijvigheid, infrastructuur, recreatie etc. Om bestaande kwaliteiten te behouden is het in toenemende mate van belang op een goede manier vorm te geven aan deze nieuwe ontwikkelingen. Het uitgangspunt is steeds de bestaande kwaliteit van het landschap. Het bijzondere aan het Westerkwartier is dat deze kwaliteit nauw verbonden is met de geomorfologische ondergrond en het historisch gebruik ervan, waardoor ook van een cultuurhistorisch waardevol landschap sprake is. Het LandschappelijkRaamwerk is er op gericht mens en landschap opnieuw op een betekenisvolle manier te laten samen gaan.
3. Als achtervang behoeven bepaalde kwaliteiten een planologische bescherming. Waar publiekrechtelijke instrumenten nuttig zijn om de landschappelijke kwaliteit te bewaken zullen deze wel degelijk kunnen en moeten worden ingezet.
- Het landschappelijk Raamwerk bouwt voort op het uitgangspunt van het POP dat het landschap en de cultuurhistorische kenmerken van de streek leidend moeten zijn bij nieuwe ontwikkelingen. Uitgangspunten daarbij zijn dat:
- de historisch gegroeide ruimtelijke ontwikkeling de basis is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen;
- de diversiteit aan landschapstypen zo veel mogelijk in stand wordt gehouden en wordt versterkt. - Om de doelstelling te bereiken heeft het raamwerk een beschrijving van de landschappelijke kwaliteiten en de dynamiek per landschappelijke gebiedseenheid. Per gebied zijn landschappelijke opgaven geformuleerd, welke tot een aantal concrete acties hebben geleid (voornamelijk beheer van het landschap en sturen van en vormgeven aan ontwikkelingen in het landschap). Daarnaast is het als vangnet nog steeds van belang een aantal specifieke kwaliteiten te beschermen. Een deel van de acties is dan ook gericht op het bieden van planologische bescherming van geconstateerde kwaliteiten.
Landschapsontwikkelingsplan Noord Groningen (LOP)
Het LOP heeft als doel de unieke kwaliteiten van het Groninger landschap te behouden en te versterken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- Het behouden en versterken gebeurt van uit een ontwikkelingsgerichte benadering. Een landschap is geen statisch gegeven; het is continu aan veranderingen onderhevig. Veranderingen in de maatschappij vinden hun weerslag in het landschap. Het is deze dynamiek die een landschap levend houdt. Het LOP geeft aan hoe ontwikkelingen kunnen worden aangewend om de kwaliteit van het landschap te versterken.
- Het LOP staat niet op zichzelf. Het is een vervolgstap van het POP (2000), Landschappelijk Raamwerk Noord Groningen (Bureau Middelkoop, 2002) en Richting Noord Groningen (2004).
3) Het LOP is vooral bedoeld als schakel tussen beleid en realisatie. Het is daarmee een uitvoeringsgericht plan. Het uitvoeringsgerichte karakter van het LOP komt tot uitdrukking in concrete projectvoorstellen, waarbij letterlijk de schop de grond in kan. - Behalve concrete projecten presenteert het LOP ook een visie op het landschap; op welke wijze kunnen allerhande ontwikkelingen de kwaliteiten van het landschap versterken. De voorstellen en
ontwerpprincipes ten aanzien van beplanting, dorpsuitbreidingen, waterlopen, erven etc, vormen feitelijk een gereedschapskist. Ze bieden bestuurders en uitvoerders handvatten voor de manier waarop toekomstige ontwikkelingen kunnen worden ingezet om de kwaliteit van het Groninger landschap te versterken. - Bij het eerste spoor is er een uitwerking gemaakt voor een aantal gebieden, uitgaande van een voor dat gebied belangrijke maatschappelijke ontwikkeling. Onderzocht is op welke wijze deze ontwikkelingen een bijdrage kunnen leveren aan de versterking van het landschap. Het gaat om de hoofdlijnen; een visie op de gewenste ontwikkeling van het landschap en een uitvoeringsparagraaf met projecten.
Bij het tweede spoor is er gekeken naar het landschap van Noord Groningen als geheel. Daarbij is er zowel een gebiedsgerichte als een thematische benadering gevolgd. Allereerst is er een landschappelijke analyse verricht en zijn de karakteristieken geduid. Dit heeft geleid tot een kaartbeeld waarop de belangrijkste landschappelijke kwaliteiten van Noord Groningen zijn weergegeven. Deze kwaliteitskaart laat een onderscheid in verschillende landschapstypen zien en duidt de belangrijkste elementen en structuren. Vervolgens is er onderzocht op welke wijze men de karakteristieke kwaliteiten van de verschillende landschapstypen kan versterken (gebiedsgerichte benadering).
Daarnaast zijn op basis van de landschappelijke analyse 7 thema’s voor Noord Groningen bepaald. De thema’s kunnen gezien worden als de kwaliteitsbepalende factoren van het landschap; tezamen vormen ze het beeld van het Groninger landschap. De 7 thema’s zijn:
1. Wegbeplantingen
2. Dijken
3. Watergangen
4. Dorpen
5. Historische Terreinen en Wierden
6. Groene Erven
7. Landlopen - De betrokken partijen het volgende overeengekomen:
1. De analyse en visie zoals opgenomen in het hoofdrapport vast te stellen en te gebruiken als basis voor structuren bestemmingsplannen en waterbeheersplannen.
2. De thematische uitwerkingen (7 thema’s voor Noord Groningen) en de 5 gebiedsuitwerkingen gebruiken als ‘gereedschapskist‘. Daarnaast zijn uit deze uitwerkingen projecten gedistilleerd, die uitvoering geven aan de
doelstelling van het LOP en gebiedsuitwerking Noord Groningen
3. De uitvoeringsparagraaf benutten om het Regioprogramma Noord en het Provinciaal Meerjarenprogramma (PMJP) met projecten te voeden. De projecten lijst is voor 2005 en 2006 het meest concreet. Voor de jaren daarna heeft de lijst het karakter van een groslijst van ideeën, waar de gebiedspartners uit kunnen putten om projecten te ontwikkelen. - Het LOP vormt de basis voor bestemmingsplannen, waterbeheersplannen en welstandsplannen. Daarnaast biedt het LOP een gereedschapskist voor planvorming en beheer. Het LOP heeft geen eigen beleidsstatus, is geen eigenstandig toetsingskader of uitvoeringsprogramma, maar is aanjagend en agenderend van karakter voor de uitvoering van projecten die het landschap versterken, vanuit een ontwikkelingsgerichte en gebiedsgerichte benadering.
Samen naar een mooi Westerkwartier!
Aanzet tot een landschapsbeleidsplan voor de nieuwe Gemeente Westerkwartier. Het uitdagen van de nieuwe gemeente om een visie te formuleren op de Kernkwaliteiten van natuur en landschap en het uitdagen van particulieren en organisaties om acties ter versterking van de kwaliteiten van natuur, landschap en cultureel erfgoed te bedenken.
De voornaamste uitgangspunten zijn:
- De aanleiding van het beleidsstuk is:
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
brainstormen over hoe je de kwaliteiten van natuur en landschap in de naaste toekomst kunt verbeteren. - Er zijn knelpunten in de manier waarop we met natuur- en landschapswaarden omgaan.
- Er is sprake van een grote achteruitgang in biodiversiteit als gevolg van menselijk ingrijpen.
- Er is een groeiend besef dat de kwaliteit van ons leefmilieu bijdraagt aan onze gezondheid en de waarde van onroerend goed.
- Er is een toenemende druk vanuit ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur op natuur en landschap.
- De aanstaande herindeling Westerkwartier heeft betrokken burgers er toe gebracht te
De motto’s luiden:
Westerkwartier, de gemeente waar je gezond kunt leven en werken in een fraai landschap waarin iedereen zich thuis voelt.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat landschap ontstaan is door een eeuwenlange wisselwerking tussen mens en natuur.
Westerkwartier, de gemeente waar je bewust bent van het feit dat natuur en cultuurlandschap waarden vertegenwoordigen die gekoesterd en ontwikkeld moeten worden.
Westerkwartier, de gemeente waar je jezelf medeverantwoordelijk voelt om samen met anderen die waarden te behouden en mogelijk te verbeteren.
- Per onderwerp wordt een analyse uitgevoerd en aandachtspunten geformuleerd. Ook worden de gewenste acties van overheden, particulieren en organisaties beschreven. De onderwerpen zijn:
- landschap;
- natuur;
- landbouw;
- gemeentelijk groenbeleid;
- ruimtelijke ordening, energietransitie en infrastructuur;
- educatie en bewustwording.